De piramide van Coddens is een begrip uit de logistiek. Het is een methodologie die toelaat te bepalen in welke mate mechanisering of automatisering kan worden toegepast in een logistiek magazijn. Stijn Coddens stelt dat pas wanneer alle lagen van de piramide zijn doorlopen er bepaald kan worden of er al dan niet automatisering kan worden doorgevoerd in het huidige werkingsproces. Automatisering heeft als economisch voordeel voor logistieke bedrijven dat ze kostenefficiënter te werk gaan. 

Dit model is ontstaan uit de frequente observatie dat bedrijven vaak cruciale stappen in de magazijnwerking en processen wilden overslaan bij het implementeren van automatisatie, wat de kans op succesvolle implementatie aanzienlijk verminderde.

Het piramidemodel van Coddens biedt een gestructureerd overzicht van de stappen die nodig zijn om een optimaal functionerend magazijn te bereiken. Het benadrukt het belang van het volgen van een specifieke volgorde in het proces, waarbij elke stap een noodzakelijke voorwaarde is voor de volgende. Op deze manier helpt het model bedrijven om de integratie van automatisatie op een systematische en succesvolle manier te benaderen.

5 fases

De piramide van Coddens bestaat uit vijf fases. Elke trap in het piramidemodel bevat een bron aan informatie die essentieel is om door te gaan naar de volgende trap. In omgekeerde richting werkt dit contraproductief.

De eerste fase, ook wel de onderste trede genoemd, vormt de basis voor de ontwikkeling van een magazijn. In deze fase wordt bijzondere aandacht besteed aan het ontwerp en de inrichting van het magazijn. Het is van cruciaal belang dat het magazijn optimaal is ontworpen en ingericht om de efficiëntie en productiviteit te maximaliseren. Daarnaast worden in deze fase de processen binnen het magazijn zorgvuldig gestructureerd en gekoppeld aan de juiste hardware. Dit zorgt voor een naadloze werking van het magazijn en maakt het mogelijk om eventuele problemen snel en efficiënt op te lossen.

De tweede fase behelst de masterdata. Het adequaat beheren van SKU’s (Stock Keeping Unit) leidt automatisch tot een goed overzicht van de belangrijkste gegevens die voor een optimaal bedrijfsproces cruciaal zijn. Belangrijke zaken zoals afmetingen en gewicht van SKU’s ontbreken veelal bij bedrijven. Zonder deze cruciale informatie is een efficiënte automatisering bijna onmogelijk. Eens het magazijn op orde staat en de masterdata gekend is, kan men controle nemen over de data met PIM-software (Product Information Management). 

Deze eerste twee fases zijn fundamenteel voor het overwegen van automatisering in het magazijn. Zonder een solide basis in deze fases, zou de implementatie van automatisering waarschijnlijk niet succesvol zijn. Daarom is het essentieel dat bedrijven deze fases zorgvuldig uitvoeren alvorens over te gaan tot de volgende.

Fase 3 is de introductie van een PIM-systeem. Een PIM-systeem of PIM-software is een centraal systeem dat informatie over producten kan verzamelen, beheren en publiceren. Hierdoor kunnen alle relevante gegevens, zoals prijs, korting, beschrijving, voorraad en beschikbaarheid, binnen één systeem worden beheerd. PIM-software heeft veel raakvlakken met product data management (PDM). Naast aparte PIM software pakketten hebben steeds meer ERP-systemen een uitgebreid PIM-model geïntegreerd door de opkomst van logistiek 4.0.

De introductie van een warehouse management systeem (WMS) in fase 4 van het model bouwt voort op het fundament dat is gelegd door het PIM-systeem. Een WMS is een softwareapplicatie die wordt gebruikt om de dagelijkse activiteiten in een magazijn of distributiecentrum te beheren, zoals ontvangst, opslag, orderpicking en verzending van goederen. 

Het WMS integreert vaak met andere systemen zoals ERP en PIM om een naadloze informatie-uitwisseling te garanderen. Samen zorgen deze systemen voor een naadloze integratie van productinformatie en magazijnbeheer, waardoor bedrijven hun operationele efficiëntie kunnen verbeteren en een betere klantenservice kunnen bieden.

Een belangrijk aspect van het WMS is de optimalisatie van de opslagruimte. Met behulp van de gegevens uit het PIM-systeem kan het WMS bepalen welke producten veel worden verkocht en dus in een makkelijk toegankelijk gebied moeten worden opgeslagen, terwijl minder populaire producten naar minder kostbare opslagruimte kunnen worden verplaatst.

Bovendien kan het WMS worden gebruikt om het orderpickproces te stroomlijnen. Door de gegevens over productlocaties en orderprioriteiten te integreren, kan het systeem de meest efficiënte route voor orderpickers bepalen, waardoor de doorlooptijd van bestellingen wordt verkort.

Het WMS kan ook helpen bij het beheer van voorraadniveaus door real-time updates te geven over de beschikbare voorraad. Wanneer een product wordt verkocht, wordt de voorraad automatisch bijgewerkt in het WMS-systeem, waardoor er altijd nauwkeurige informatie beschikbaar is voor zowel het magazijnpersoneel als klanten die online winkelen.

Resultaat

Na het doorlopen van deze fases van de piramide van Coddens, waarbij elk niveau essentiële informatie en processen toevoegt aan het magazijnbeheer, wordt duidelijk of automatisering al dan niet mogelijk is. Van het optimaliseren van de magazijnlay-out tot het beheren van masterdata en het implementeren van geavanceerde systemen zoals een PIM-systeem en een WMS, elke stap legt de basis voor verdere automatisering. Het zorgvuldig doorlopen van deze stadia biedt bedrijven de mogelijkheid om te bepalen of hun magazijn klaar is voor automatisering en stelt hen in staat om deze transitie succesvol te realiseren.